Pagina's

donderdag 30 september 2010

Werkstuk en spreekbeurt over een Europees land

Werkstuk en spreekbeurt over een land in Europa

Beste meisjes, jongens en ouders/verzorgers,

In de aardrijkskunde lessen behandelen wij dit jaar Europa. Elke leerling maakt een werkstuk over een Europees land en daarna een spreekbeurt over dat land. De opzet (korte inhoud) voor het werkstuk moet voor 10 januari 2011 worden ingeleverd en het werkstuk voor 14 maart 2011.
De spreekbeurten worden gehouden in de maanden april, mei en juni 2011.

Werkstuk over een Europees land
Het schrijven van een werkstuk is geen eenvoudige klus. Heel belangrijk is een goede voorbereiding. We willen je met enkele tips op weg helpen.

Bereid jezelf goed voor
Kies een land in Europa dat je interesseert. Ga daarna op zoek naar boeken over het land, of kijk in de encyclopedie of op internet. Encyclopedieën en boeken kun je vinden in de bibliotheek of school. Gebruik geen boeken die oud zijn. Lees alles wat je verzameld hebt goed door.

Kies een goede indeling
Denk goed na waarover jouw werkstuk precies gaat: waarom heb je dit land gekozen, waar ligt het land in Europa. Vertel iets over de geschiedenis van het land, over de mensen, het klimaat, de industrie het toerisme en landbouw of een ander interessant onderdeel (bijvoorbeeld het onderwijs of tradities in zo'n land).

Zoek goede teksten en plaatjes.
Zoek bij alles waarover je wilt schrijven materiaal. Dat kunnen teksten zijn, maar ook foto's of tekeningen. Kijk of je genoeg weet om er zelf iets over te schrijven. Als dat niet zo is, kun je extra materiaal gaan zoeken of dit zelf maken (zoals tekeningen).

Ga dan pas schrijven.
Als je dat allemaal gedaan hebt, begin je pas met schrijven. Denk daarbij aan het volgende:
Schrijf geen zinnen over uit een boek of van internet, maar probeer alles zoveel mogelijk in je eigen woorden op te schrijven.
Gebruik nooit woorden die je niet kent. Als je moeilijke woorden tegenkomt, vraag dan aan je ouders of op school wat deze woorden betekenen, of zoek ze op in een woordenboek.
Laat ruimte voor de plaatjes die je in jouw werkstuk wilt plakken.
Schrijf niet alles achter elkaar. Als je iets over een nieuw onderwerp gaat schrijven, laat dan een regel open of verzin een kopje dat je erboven kunt zetten.
Gebruik voorbeelden en vergelijkingen om iets duidelijk te maken.

Zorg dat je werkstuk er verzorgd uitziet Als je klaar bent met schrijven, en alle afbeeldingen hebt ingeplakt, maak je een voorkant bij je werkstuk. Op de voorkant moet in ieder geval de titel van je werkstuk staan en je naam. Probeer de voorkant zo leuk mogelijk te maken, door er foto's of tekeningen op te plakken, of door met kleuren te werken. Zorg er verder voor dat alle bladzijden goed aan elkaar vastzitten met een nietje of een touwtje. Het werkstuk moet minimaal 10 pagina’s tellen. Het lettertype mag niet groter zijn dan ‘Times New Roman 12’.

Digitale versie
Mail een digitale versie van het werkstuk naar school (voor op de site van groep 7).

Aandachtspunten voor de spreekbeurt:
De voorbereiding van een spreekbeurt is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor 'even' een spreekbeurt maken. Je moet ruim van te voren materiaal verzamelen. Dit materiaal bestaat meestal uit boeken, tijdschriften en folders. Heel vaak zal dit in de bieb of op school te vinden zijn. Ook kun je natuurlijk Internet gebruiken.
Als je het materiaal gevonden hebt, ga je dit lezen. Meestal heb je te veel informatie. Voor jezelf moet je nu gaan bepalen wat jij belangrijk genoeg vindt om te vertellen. Vervolgens ga je hoofdstukjes maken waarmee je de spreekbeurt in onderwerpen opdeelt. Veel spreekbeurten beginnen met de geschiedenis van het onderwerp. Het is voor de leerlingen interessant als de spreker voorwerpen, tekeningen of foto’s over het onderwerp van de spreekbeurt laat zien.
Als afsluiting van een spreekbeurt kun je het beste een paar vragen stellen aan de klas.

Hoe begin ik?
Schrijf de spreekbeurt helemaal op. Lees de spreekbeurt daarna hardop een paar keer voor jezelf voor. Ga dan een samenvatting maken. Dit doe je door de sleutelwoorden (belangrijkste onderwerpen) op te schrijven. Probeer daarna de spreekbeurt zoveel mogelijk uit je hoofd te vertellen. Op je 'spiekbriefje', dat voor je ligt, heb je de belangrijkste woorden staan. Blijf zoveel mogelijk de klas in kijken. Probeer niet steeds naar dezelfde kinderen te kijken. Een spreekbeurt duurt ongeveer 15 minuten. Oefen de spreekbeurt een keertje voor je vader/moeder, broertje/zusje of voor de spiegel.Niet voorlezen !

Tips om de spreekbeurt goed te laten verlopen
Aan het eind van jouw spreekbeurt de voorwerpen over de spreekbeurt rond laten gaan. Doe dat nooit tijdens de spreekbeurt, want dan letten de kinderen niet op jou, maar op de spulletjes.
Als je een dier mee neemt, laat deze aan het begin en aan het eind zien. Niet tijdens jouw verhaal. Dieren maken onverwachte geluiden en bewegingen waardoor de kinderen niet meer naar je luisteren.
Plaatjes en tekeningen op het bord. Denk er aan dat iedereen dit moet kunnen zien. Heel kleine plaatjes hebben dus geen zin.

Bijna iedereen die een spreekbeurt houdt is zenuwachtig. Dat is heel normaal. Volwassenen hebben daar net zo goed last van. Toch moet je doorzetten. Hoe vaker je een spreekbeurt houdt, hoe minder last je van zenuwen krijgt. Dat is ook de reden dat jullie regelmatig een spreekbeurt moeten houden. Je krijgt er meer zelfvertrouwen van. Om je te helpen volgen hier een aantal tips:
Ø Zorg voor een goede voorbereiding
Ø Zorg voor een duidelijk 'spiekbriefje' waar je de sleutelwoorden groot op hebt staan.
Ø Oefen thuis een keer voor je ouders/broertje/zusje of voor de spiegel.
Ø Draag kleding waarin je je prettig voelt.
Ø Als je gespannen bent, moet je rustig en lang uitademen. Inademen gaat vanzelf.

Veel succes bij het maken van jouw spreekbeurt en werkstuk
Anita, Inge, Erik en Paul.

Boekenbeurt

Boekenbeurt
Iedere week lezen de leerlingen in een boek dat zij hebben uitgekozen in de bibliotheek. Alle leerlingen houden in groep 7 ook een boekenbeurt over een leesboek dat zij zelf kiezen. Stappen voor het houden van een boekenbeurt zijn:
Welk boek
- Kies een leuk boek
- Het moet passen bij je leeftijd
- Het mag niet eerder gekozen zijn

Inleiding
- Titel van het boek
- Schrijver (en informatie over de schrijver)
- Illustrator (hoe zien de plaatjes eruit en laat er een paar zien)
- Kenmerken van het boek (aantal hoofdstukken, bladzijden, is het een groot lettertype enz)

Hoofdpersonen
- Vertel iets over de hoofdpersoon/hoofdpersonen. Wat is het voor iemand (leeftijd, naam, hobby's)
- Vertel ook iets over de overige personen die belangrijk zijn in het boek. Dat hoeft niet uitgebreid.
- Je kunt de namen van de personen op het bord schrijven.

Samenvatting
Je hebt het hele boek gelezen. Nu ga je eerst een samenvatting maken over het boek. Dit moet minimaal een 1 A4-tje zijn en getypt in lettertype Times New Roman lettertype 12. Je levert je samenvatting in op vrijdag 29 oktober 2010.

Presentatie (±10 minuten)
Nu ga je aan de klas vertellen wat er in het boek is gebeurd. Vertel niet alle kleine gebeurtenissen, maar alleen de belangrijke dingen. Probeer van ieder hoofdstuk iets te vertellen.Maak voor jezelf een spiekbriefje. Schrijf daar niet een heel verhaal op. Schrijf per hoofdstuk een paar woordjes op, zodat je weet wat je moet gaan vertellen. Iedereen maakt voor deze presentatie een PowerPoint. Kun je nu geen PowerPoint thuis maken, geef dit tijdig aan bij je juf of meester. Je krijgt dan de kans om dit op school te maken.

Voorlezen
- Kies een leuk, spannend of grappig stukje uit
- Vertel kort waar het stukje over gaat en wat er daarvoor is gebeurd
- Bereid het lezen goed voor- Probeer tijdens het voorlezen de kinderen in de klas zo nu en dan aan te kijken
- Lees niet te lang voor (4 tot 5 minuten is lang genoeg)

Afronden
- Vertel wat je zelf van het boek vond en waarom
- Waarom raad je het boek aan of af

Vragen
- Geef zelf beurten aan kinderen die een vraag hebben.

Veel succes, Anita, Inge, Erik en Paul

dinsdag 28 september 2010

Oefenen met rekenen, taal of topografie?

Beste groep zeven leerlingen,

wil je op een leuke manier oefenen met breuken, taal of aardrijkskunde?
Ga dan snel naar de site:
http://www.onlineklas.nl

Veel succes


Paul

maandag 27 september 2010

Denkstappenkaart



De denkstappen gebruiken wij bij spelling werkwoorden.
Wij werken van links naar rechts en stapje voor stapje komen wij uit bij de goede werkwoordsvorm.

Veel succes

Paul

Oefenen met meester Michael

Beste meisjes, jongens en ouders,
wanneer je wil oefenen met taal, spelling, rekenen, geschiedenis of een ander vak, dan is meester Michael de juiste keuze.

Klik op de site en veel succes

Paul

www.meestermichael.nl